zondag 13 februari 2011

's Morgens winter - 's Middags zomer

Toen ik 's zaterdagmorgen om half zeven Benitachell passeerde en op de thermometer in de auto keek dacht ik even dat hij kapot was, -3 graden Celsius gaf de display aan.


Nu ligt Benitachell op 142 meter hoogte maar toen ik even later langs Jávea kwam was het nog maar 1 graad warmer en Jávea ligt slechts 12 meter boven de zeespiegel en ook nog aan zee.


In de Marjal de Pego-Oliva aangekomen was de temperatuur nog steeds 2 graden onder nul, was het gras bevroren en hing er een dichte nevel over het gebied wat echter snel minder werd toen de zon opkwam.

Ik moet eerlijk bekennen dat ik niet zo’n vroege vogel ben en ik stond er dan ook van te kijken dat het ’s morgens vroeg nog zo koud is terwijl we overdag gemakkelijk de 18 graden aantikken en alles al volop bloeit.

Nu is Februari van oudsher de koudste maand aan de Costa.-Blanca – precies 6 maanden na de warmste, Augustus. Maar die vlieger gaat al een aantal jaren niet meer op, want Juli is tegenwoordig vaak warmer dan Augustus en Februari is niet meer zo koud.

In ieder geval is de nevel ideaal om te fotograferen, heerlijk zacht licht. En ik was dan ook helemaal niet blij dat om een uur of tien de zon weer zijn positie innam.

Ik bekijk namelijk iedere dag het weerbericht om te zien of er misschien bewolking aankomt zodat ik er op uit kan met mijn fototoestel, maar vrijwel altijd zie ik tot mijn spijt dat gele rondje. Maar gelukkig schijnt er deze week bewolking te komen, heerlijk!

In de Marjal kwam ik nog een zangvogeltje tegen wat ik nog niet eerder heb waargenomen, de Zwartkoprietzanger (Acrocephalus melanopogon). Het beestje schijnt volgens de boeken prachtig te kunnen zingen en is in Nederland en België niet te zien. Gelukkig maar, want daar hebben ze al bewolking en je kunt tenslotte niet alles hebben.

zaterdag 5 februari 2011

Amandelbloesem - Flor de Almendro


Als de amandelbomen zoals nu bloeien, is de Middellandse Zeekust bedekt met een witroze sluier. De witbloeiende amandelbomen dragen zoete amandelen en de roze bloeiende bittere amandelen.



De amandelboom is een sterke boom met een lange levensduur, die elk jaar bloeit. De Romein Columcla zei dat deze boom niets anders dan harde, droge aarde behoeft. In de Comunidad-Valenciana kweekt men de amandelen inderdaad op zo'n karige bodem. Anders dan de sinaasappelboom, die geregeld besproeid moet worden, is de amandelboom met weinig tevreden. Zijn wortels gaan diep de grond in en halen daaruit het benodigde vocht.



Een amandelboom kan het best opgekweekt worden uit een bittere amandel. jonge bomen hebben een gladde lichtbruine stam, die in de loop der jaren donker en gegroefd wordt. Om nieuwe soorten te ontwikkelen en ten behoeve van een betere kwaliteit veredelt men de bomen. Als onderstam gebruikt men meestal een wilde amandel, maar soms ook een perzik of een abrikoos.


Uit archeologische vondsten blijkt dat de amandel al in het Stenen Tijdperk in Klein-Azië en Griekenland een rol heeft gespeeld. Ook tijdens het Bronzen Tijdperk werd de amandel gecultiveerd, waarschijnlijk is zij één van de oudste cultuurvruchten.


De staf van Aäron, hogepriester van de Israëlieten tijdens hun tocht door de woestijn, was volgens de overlevering van amandelhout: de staf die uitbotte en vervolgens bloemen is gaan dragen. Deze werd later de staf van de Paus van Rome. De amandelboom is voorts het symbool van ouderdom en wit haar (levenservaring en wijsheid).



Volgens de Griekse mythologie stierf de Thracische prinses Phyllis omdat haar geliefde Demophon niet terugkwam uit de Trojaanse oorlog. Zij dacht dat hij gesneuveld was. De goden veranderden haar dode lichaam in een amandelboom. Toen haar geliefde toch terugkwam, omarmde hij met gebroken hart de amandelboom die daarop tot bloei kwam. Zo staat de amandelboom voor de eeuwige liefde die immuun is voor de dood.

De Feniciers dreven handel met amandelen die gewijd waren aan de godin Amygdale. De amandel speelde ook een belangrijke rol tijdens de rituele feesten van de Frygische moeder- en liefdesgodin Kybele.



De Romeinen cultiveerden en veredelden amandelbomen al in de 4e eeuw v.Chr. Zij noemden de amandel Griekse noot (nux graeca).


Middeleeuwers koppelden de amandel vooral aan de geboorte van Jezus en daarmee aan de reinheid van Maria. Ook Jozef draagt op afbeeldingen nog wel eens een bloeiende amandelstaf. En de ‘mandorla’, een amandelvormig aureool om Maria, Christus of een aartsengel, is afgeleid van het Italiaanse woord voor de vrucht.


Als we weer terugkomen bij het hedendaagse, dan vinden we de producten van de amandelboom terug in de keuken. Zoete amandelen vormen het belangrijkste bestanddeel van marsepein en vinden we tevens terug in desserts. Als u de vruchten rijp verzamelt, dan zijn ze aromatisch. De vruchten zijn ook rijk aan eiwitten en olie.


Amandelen, maar ook het hout en de bladeren van de boom, worden allen gebruikt in voorspoed – en geldbezweringen. Aanvullend is in een amandelboom klimmen bevorderlijk voor succes in zakendoen.



Het eten van amandelen zal helpen om koorts te bestrijden en wijsheid schenken. Het eten van vijf amandelen voor dat men gaat drinken voorkomt een kater. Tenslotte, een paar amandelen in je zak, zullen je naar schatten leiden. Zo ben ik bijvoorbeeld, met een paar amandelen in mijn zakdoek geknoopt, aan Phien met haar prachtige amandelvormige ogen gekomen. Maar dat is een ander soort schat.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...