woensdag 29 juni 2011

Marais Poitevin I, Het Groene Venetië


Het Marais Poitevin, is een moerasgebied, dat valt onder drie Franse departementen, de Vendée, Deux-Sèvres en Charente-Maritime en in twee regio’s te weten: Pays-de la-Loire en Poitou-Charentes.


Het Marais Poitevin, is gelegen niet ver van de plaats Niort. Het is een overblijfsel van de vroegere Golf van Poitou, waarvan delen ingepolderd werden. Het gebied heeft een oppervlakte van 1.028 km², waardoor het Marais Poitevin het grootste moerasgebied is nabij de Atlantische Oceaan en het op één na grootste van Frankrijk (na de Camargue).  


Het meest oostelijke deel bestaat uit natte moerassen – ca. 300 km2 - en wordt ook wel aangeduid als “la Venise Verte” (Groen Venetië). De natte moerassen van “la Venise Verte” verkregen het label "Grand Site de France"  wat staat voor de mooiste plekjes van Frankrijk. In 1979 werd het gebied uitgeroepen tot een interregionaal park (Parc Interrégional) maar desondanks loopt het moeras nog steeds gevaar. De laatste jaren komen er steeds meer toeristen naar dit gebied en wordt er volop met bootjes door de moerassen gevaren.


Je kunt er wandelen en fietsen langs de weiden die omzoomd zijn door populieren en wilgen. En versteld staan over het enorme contrast tussen het doolhof van het natte moeras en de uitgestrekte vlakten van het drooggelegde moeras, het “Marais Desséché” dat grenst aan de zee.



De drooglegging van de Golf van Poitou begon in de 13e eeuw met het graven van het Canal des Cinq-Abbés (kanaal van de vijf abten) door lokale monniken om de noordelijke moerassen te draineren. Tijdens de 100-jarige oorlog vielen de werkzaamheden stil, maar zij werden hervat in opdracht van Hendrik IV, onder leiding van Hollandse en Vlaamse ingenieurs. Tot op de dag van vandaag is daar nog het bewijs van terug te vinden in de vorm van het Canal de la Ceinture des Hollandaises dat aan de noordkant loopt. Aan de rand van de Baie de l'Aguillon werden van de 16e tot in de 19e eeuw polders op de zee veroverd.



De meeste huizen hadden aan het water een cale, een soort miniatuurkreek waar de bootjes konden aanleggen. Boten waren namelijk het enige praktische transportmiddel. Zij werden gemanoeuvreerd met een bootshaak (pigouille) of met een korte roeispaan (pelle). Jollen waren licht en slank, men ging ermee naar de markt of de kerk of bracht er de kinderen mee naar school.

Brede massieve vletten werden gebruikt voor het transport van oogst en vee. Op oude foto’s kun je zien hoe de boeren hier vroeger de paarden en koeien overzetten. Voor de vele Nederlanders die hier komen doet het vertrouwd aan en doet het ze denken aan Giethoorn of een gebied als de Biesbosch.

zondag 26 juni 2011

Aanvang Eerste Wereldoorlog haast 100 jaar geleden











Nog slechts een paar jaar en dan is het honderd jaar geleden dat de Eerste Wereldoorlog uitbrak. De één na laatste veteraan, Claude Choules, is in mei van dit jaar op 110-jarige leeftijd in Australië overleden. De laatste thans nog in leven zijnde veteraan is de Britse Florence Green, die in februari 1901 werd geboren. Zij diende bij de Women’s Royal Air Force en was werkzaam als serveerster in de mess.



Tussen de Franse plaatsen Saint-Quentin en Cambrai loopt de Route Nationale N44. Deze weg volgt in grote lijnen de voormalige Hindenburg-linie. Rond de N44 ligt het Canal de Saint-Quentin dat bij Riqueval door een lange tunnel loopt. Hier vond op zondag 29 september 1918 eindelijk de doorbraak van de onneembaar geachte Hindenburg-linie plaats door de inzet van Amerikaanse, Australische en Britse troepen behorend tot het Vierde Britse Leger. Het is een historische plaats omdat hier het einde van de Eerste Wereldoorlog werd ingeluid


Langs de N 44 komende van Parijs staat vlak na het passeren van de plaats Bellicourt – aan de linkerkant - een groot Amerikaans oorlogsmonument. Dit monument is opgericht is ter ere van de 90.000 Amerikaanse soldaten die in het Britse leger vochten. De tekst onder de gebeeldhouwde figuren luidt:

Erected by the United States Government in Commemoration of those American units which served with the British Armies in France during the World War.


Iets verder langs de zelfde weg kom je - even voorbij de plaats Bony - bij het Amerikaanse Somme Cemetery. Dit is een van de zes Amerikaanse begraafplaatsen in Frankrijk met gevallenen uit de Eerste Wereldoorlog. Met een gladgeschoren grastapijt en witte, marmeren kruizen in een strak gelid voor de 1.844 gevallenen.
 
 
Op deze begraafplaats liggen ook slachtoffers van eerdere Amerikaanse acties in 1918 in het gebied tussen Amiens en Saint-Quentin. Zoals de inname van Cantigny door de 1ste Amerikaanse Divisie in mei 1918.


Bij de ingang staat een kapel waarin de namen van 333 vermisten zijn gegraveerd. Op deze lijst van vermisten staat ook die van George Vaughn Seibold.


Eerste luitenant, George Vaughn Seibold, was piloot en werd gedood in een luchtgevecht boven Bapaume in augustus 1918, zijn lichaam is nooit gevonden.

Zijn moeder, Grace Darling Seibold, was de oprichtster van de “American Gold Star Mothers Inc.” een organisatie van moeders die een zoon of dochter hebben verloren in dienst van hun land."

Zijn grootvader was Brigadier General, Edward Washburn Whitaker ,die de Medal of Honor toegekend kreeg. Tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog was hij tevens de chef-staf van generaal George A. Custer en droeg hij de vlag van de wapenstilstand op Appomattox Courthouse. Op de leeftijd van 23 jaar was hij de jongste generaal tijdens de Amerikaanse Burgeroorlog.

Op de begraafplaats bij Bony liggen drie gesneuvelden aan wie de Medal of Honor werd toegekend. In het kantoor hangen de dagvaardingen waaronder die van Corporal Thomas E. O’Shea van de Machine Gun Company van het 107ste regiment van de 27ste Divisie. Dat was het regiment met de grootste verliezen op 29 september 1918. Thomas E. O’Shea werd getroffen door mitrailleurvuur toen hij met twee anderen op weg was naar een uitgeschakelde tank waarvan de bemanning om hulp riep.






9.448.000 Totaal aantal militaire slachtoffers tijdens de Eerste Wereldoorlog, waaronder 114.000 Amerikaanse gevallenen.



Ik doe het hek achter me dicht, stap in mijn camper, zet Göttingen van de Franse chansonnière Marie-Paule Belle op en rijd de 21ste eeuw weer binnen. De Fransen en de Duitsers kunnen het thans goed met elkaar vinden, ze vormen de as van Europa. Zonder de toe- of instemming van Merkel en Sarkozy komt er niets van de grond. Zijn die 9.448.000 militairen – plus de 27.500.000 militairen uit de 2de Wereldoorlog - niet voor niets gesneuveld, hebben al die vaders en moeders niet voor niets geweend. Is er vrijheid, blijheid en maak ik me daarom zorgen om dat prachtige loodzware bronzen hek wat net achter me sloot.


Dinsdag 7 Februari 2012 Florence Green, de laatst bekende veteraan van de Eerste Wereldoorlog, is op 110-jarige leeftijd overleden. Dat heeft het verzorgingshuis waar Green verbleef vandaag bekendgemaakt. Green overleed zaterdag, twee weken voordat ze 111 zou zijn geworden.


Veel informatie over de 1ste wereldoorlog vind je op “De Eerste Wereldoorlog 1914 – 1918”

donderdag 23 juni 2011

Het Kevertje en de Mieren

Soms maak je een foto en je ziet wat er opstaat maar je weet eigenlijk niet wat er zich nu precies op de foto afspeelt. Dat had ik met deze foto’s ook, ik zag een Kever (Coleoptera) omgeven door een stel mieren. Ik besloot daarom om naar François Vankerkhoven van, “de mieren (Formicidae) van Vlaanderen”, te schrijven en te vragen wat ik zag.


Dit was zijn antwoord:

De mieren zijn blijkbaar van het genus Formica (zoals o.a. onze bosmieren) en het kevertje is van de familie van de bladhaantjes of Chrysomelidae. Vele soorten van deze kevertjes en vooral hun larven leven van de bladluizen (Aphidoidea). Sommige mieren daarentegen, waaronder soorten uit het genus Formica en het genus Lasius (b.v. de wegmier) leven grotendeels van de zoete uitscheidingen van deze bladluizen. Deze mieren beschouwen die bladluizenkolonies dan ook als hun kostbare melkvee en ze beschermen die bladluizen tegen belagers. Dit is wat je waarschijnlijk op de foto hebt vastgelegd: mieren die een kever aanvallen en trachten te verjagen omdat deze hun bladluizen komt opvreten.


Bedankt François, dat lijkt me een plausibele verklaring.

donderdag 16 juni 2011

Graszanger - Zitting Cisticola

De Graszanger (Cisticola juncidis) vliegt vaak, in zigzaggende vlucht, een eindje met je mee. Onderwijl een gezang producerend wat nog het meest op het geluid van een herhaald knippende schaar lijkt. 

De Graszanger is een insecteneter met een lengte van ca. 10 cm en een gewicht van 8 tot 12 gram. Hij komt voor in Zuid-Europa, Noord-Afrika en in Zuid-Azië tot aan Noord-Australië in moerassen, vochtige graslanden, maar ook in korenvelden en op steppen. De Graszanger is geen trekvogel, maar blijft het hele jaar in hetzelfde gebied.

Typerend aan de Graszanger is, dat als hij zingt, je ziet dat de vogel een zwart keelgat heeft. Ik heb hem de bijnaam het “dropvogeltje” gegeven, omdat hij door dat zwarte bekkie sprekend lijkt op een kind met een dropmond. Of je die dropmonden in Nederland nog ziet weet ik niet, in mijn jeugd had je dropveters en die gaven een prima resultaat.


De graszanger heette vroeger Waaierstaartrietzanger. In Nederland komt hij voornamelijk voor in Zeeuws-Vlaanderen. Het is een zeer wintergevoelige soort die massaal het loodje legt bij langdurige vrieskou. Zijn de winters een aantal jaren mild dan rukken ze vanuit hun normale leefgebied in Zuid-Europa op naar het noorden en kunnen dan ook Nederland bereiken.

zondag 12 juni 2011

Spaanse hooglanders


Dat geiten goed kunnen klimmen is algemeen bekend. Op de Cabo de Gata, gelegen in de Spaanse provincie Almería, heb ik hele kudden gezien die de steilste rotswanden overtrekken.


Maar onlangs zag ik in de Spaanse en Franse Pyreneeën dat er ook een paardenras is die dit kunstje flikt.


Het is de half-wilde Pottok of in het Baskisch Pottoka. Een oud paardenras wat bijzonder goed is aangepast aan de barre en ruige berggebieden die het traditioneel bewoont.

maandag 6 juni 2011

Sprinkhaan

Door het ongekend natte voorjaar aan de Costa-Blanca is er dubbel zoveel werk in de tuin. Normaal is het nu warm en droog maar dit jaar is het vaak bewolkt en valt er regelmatig regen. Door al dat water blijven de planten maar doorgroeien en moet er regelmatig gesnoeid worden.


Afgelopen Zaterdag heb ik een palmboompje afgezaagd en vandaag wilde ik de bladeren opruimen. De kern van het palmboompje was, ondanks dat hij een heel eind was afgezaagd, toch nog doorgegroeid. 


Een Sprinkhaan vond het waarschijnlijk een lekkernij want hij zat er heerlijk aan te knagen. Even stond ik in dubio om de Sprinkhaan snel in mijn mond te stoppen want ze schijnen een delicatesse te zijn, maar ik ben eigenlijk toch meer voor de patat met mayonaise.


Als zo’n Sprinkhaan lekker zit te smikkelen blijft hij rustig zitten als je hem wilt fotograferen maar je kunt aan hem merken dat hij je wel blijft volgen. Al is de lichaamstaal van insecten moeilijk te begrijpen. Zo lag er vorige week al dagen een grote Meikever doodstil en met zijn pootjes omhoog op het terras, hij lag in de schaduw en in de regen en de teckels snuffelden eraan. Iedere keer wou ik het diertje opruimen, maar het kwam er niet van. Ik verbaasde me er wel over dat er geen mieren op het dode insect afkwamen. Gisteren vielen er zonnestralen op het plekje waar hij lag en ik zag in mijn ooghoek dat hij begon te bewegen. Ik heb hem opgepakt en op de vensterbak gezet, ben naar binnengelopen om mijn camera te pakken en weer naar buiten gegaan om hem te fotograferen en weg… Meikever. Ben voor de rest van de dag aan de drank gegaan want een fotograaf die nog niet snel genoeg is om een half dode Meikever te fotograferen, is geen fotograaf.

woensdag 1 juni 2011

De heilige Agatha

Naar aanleiding van het brandje dat ons trof en wat gelukkig goed afliep, ben ik eens gaan zoeken wie de heilige tegen het vuur is en dat blijkt de heilige Agatha van Sicilië te zijn. Ze is niet alleen de heilige tegen het vuur maar ook tegen ongeluk en dat komt goed uit want meestal gaat dat samen. Ze is het van alles wat aan vuur en ongeluk vast hangt zoals: brand, vulkanische erupties en andere natuurrampen. Vele brandwondencentra in Europa zijn naar haar vernoemd. Verder is ze de patrones van vuurwerk, vulkanen en specifiek de Etna. De heilige Agatha is ook de patrones van een hele lijst beroepen zoals o.a. de brandweermannen en vuurwerkmakers, juweliers en goudsmeden, metaalbewerkers en glasblazers. Maar onder meer ook van de Romeinse vrouwen en zwangere vrouwen, pleegmoeders en herderinnen, hongerlijdenden en slachtoffers van verkrachting.
Ook van enkele steden in Nederland, België en de rest van Europa is ze de patroonheilige, zoals o.a.: Beverwijk, Lisse, Sint-Agatha-Berchem, Leitenhausen, Palermo en Catanië, haar geboortedorp. De heilige Agatha is zelfs de patrones van het eiland Malta en co-patrones van de stadstaat San Marino en van ons geliefde Spanje.

 
Op mijn camera heb ik een GPS tracker, dat is makkelijk want vroeger wist ik nooit precies waar ik de foto gemaakt had. Maar nu wel, ik kan vanachter de PC zo -middels een programmaatje van Nikon- inzoomen op het kerkje waar ik deze foto gemaakt heb en kan dus ook zien dat de duif niet op de patroonheilige van de huisdieren -de wilde dieren hebben hun eigen heilige- zit, maar op het beeld van Sint Augustinus (in Spanje San Augustín).
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...