zondag 2 december 2012

Koudegolfje

Uitlopers
van de recente koudegolf in Europa hebben ook Spanje in hun greep gekregen. Zelfs aan de Costa-Blanca was er de afgelopen nacht in het binnenland lichte nachtvorst. Volgens de weerdienst werd er bij de stad Huesca min negen graden gemeten. In Madrid daalde het kwik tot min vier graden Celsius.



De onlangs
nog prachtig groen gekleurde Pyreneeën zijn op de hoger gelegen hellingen al weer wit besneeuwd en de Alpenmarmot (Marmota marmota) is ook weer aan zijn winterslaap begonnen.



Vandaag
Zondag 2 december was het met -4,4ºC het koudst in de plaats Navacerrada gelegen in de Comunidad de Madrid en het warmst met 16,9ºC in Adra, provincie Almería. In Alicante-stad was het vandaag 16ºC. Het weer voor de komende dagen in Alicante vind je hier 

maandag 19 november 2012

Alpenkauw (Pyrrhocorax graculus)


De Alpenkauw
is een vogel die behoort tot de zogenaamde ‘montane’ soorten. Montane soorten zijn verticale trekvogels die in de winter naar lagere gebieden afzakken. Zij doen dat om daar een milder klimaat en betere voedselbronnen te kunnen vinden, wat vaak overwintering aan of bij de kust of in bergdalen betekent. Wat afstand betreft stelt deze trek niet veel voor, maar het gevolg is wel een belangrijke verandering in leefwijze. De Alpenkauw is een lid uit de familie van kraaiachtigen (Corvidae) en is één van de kleinste leden uit deze grote familie van zangvogels. Ze zijn nauw verwant aan Alpenkraaien, vogels die van dezelfde leefomgeving houden.


De Alpenkauw
is de vogel die op het land op de grootste hoogte wordt gevonden. Een kleine groep van deze vogels volgde een klimexpeditie op de Mount Everest tot een hoogte van 8.150 meter. Ze hielden zich in leven met het voedselafval van de klimmers wanneer deze vertrokken waren. Broedend is de Alpenkauw in het Himalayagebergte tot op een hoogte van 6.000 meter boven de zeespiegel aangetroffen. 


Het zijn sterke vliegers,
die op grote hoogten hun kunsten uithalen: eerst maken ze duizelingwekkende duikvluchten, dan zweven ze weer hele stukken om vervolgens loodrecht naar beneden te storten en vlak voor de rotsbodem terug op te trekken in een steile beklimming. Ze gebruiken de wervelende luchtstromen rond bergtoppen en wanden om deze fascinerende stuntvluchten uit te voeren.


Als ze zich op de grond wagen,
lopen en hippen ze. Ze staan bekend als uitdagende vogels en zelfs als dieven. Er bestaan verschillende verhalen over kauwen die met een stuk uitrusting van een bergwandelaar aan de haal gingen.


Alpenkauwen
broeden uitsluitend in hooggebergte, boven de boomgrens, vanaf minimum 1.500 m hoogte in Zuid-Europa (Pyreneeën, Picos de Europa). Ze broeden in kleine kolonies, die kolonies bestaan vaak maar uit enkele paren. Ze nestelen op steile, ruige kliffen, ruïnes en rotsspleten in de bergen en langs kusten. Ze broeden van april tot juli en leggen slechts 1 legsel dat bestaat uit 4, soms 3-6 eieren. Ze bouwen een omvangrijk, komvormig nest van takken en droge wortels, gevoerd met dunner, soortgelijk materiaal. Ze bekleden het met fijn gras, wol, veren en heide. Dat nest zit vaak goed verborgen in een diepe spleet of grot. Alleen het vrouwtje broedt, terwijl het mannetje haar voedert. Broedtijd: 17 – 21 dagen, de jongen blijven nog 23 – 31 dagen in het nest na hun geboorte.

zondag 11 november 2012

Boerenzwaluw, licht en snel


Boerenzwaluwen (Hirundo rustica)
zijn echte luchtacrobaten: het is bekend dat een mannetje meer succes heeft bij de vrouwtjes naarmate zijn staartpunten langer zijn. Waarschijnlijk zijn mannetjes met lange staarten wendbaarder en daardoor in staat meer insecten te vangen. Dat heeft natuurlijk grote voordelen bij het grootbrengen van jongen.


De Boerenzwaluw
weegt ca 22 gram, maar ondanks de beperkte lichaamsmassa kunnen ze bij het vliegen snelheden tot 65 km/uur halen. Het zijn uitstekende vliegers die uitzonderlijk weinig energie nodig hebben voor hun vlucht. Ze brengen bijna de hele dag vliegend door.

donderdag 8 november 2012

Fuendetodos & Francisco Goya

Collectie: Real Academia de Bellas Artes de San Fernando, Madrid
Als je in Aragón
van Belchite naar Cariñena rijdt kom je langs het  - minder dan 200 inwoners tellende - dorpje  Fuendetodos.  De weg is hier niet al te breed, de omgeving is bergachtig en het landschap is op enkele boompjes na kaal. Een windmolenpark, elektriciteitsmasten en andere installaties van de elektriciteitsmaatschappij Iberdrola ontsieren de horizon. Jammer, want het kleine - op 750 meter hoogte gelegen - plaatsje is op zich niet onaardig.


De naam van dit dorp
is te danken aan een oude bron, de Fuente Vieja (de bron van alle). In de veertiende eeuw was het dorp familie-eigendom van Fernandez de Heredia, bekend als de graaf van Fuentes. De bevolking is van oudsher gericht op landbouw en de veeteelt van schapen en geiten. Ook waren er in de directe omgeving eeuwenlang steengroeven in gebruik. 


Maar de ruim 20.000
toeristen die het dorp jaarlijks bezoeken, komen voornamelijk voor de sporen uit het verleden van de beroemde Spaanse schilder “Francisco Goya”. Hij werd op 30 maart 1746 in Fuendetodos geboren en is met stip de grootste zoon van het plaatsje.



Het hele gebied
is uitgeroepen tot “Territorio Goyesco”. Broodjes, worstjes en menu’s dragen de naam van de artiest. Middelpunt is het geboortehuis van de schilder, thans een museum. 
Francisco Goya werd dan wel geboren in Fuendetodos, hij groeide op in Zaragoza en werd op 13-jarige leeftijd leerling van een kunstenaar, José Luzán, een vriend van zijn vader.  Goya trouwde in 1773 met Josefa Bayeu, de zus van Francisco Bayeu, die inmiddels zijn leermeester was geworden.

Francisco Goya
was vooral portretschilder van de Spaanse Koninklijke familie. Zo was hij hofschilder van Karel IV van Spanje en schilderde hij ook Ferdinand VII van Spanje. De Spaanse Inquisitie was in die tijd machtig en bemoeide zich ook met Goya's werk. Goya maakte naast de schilderijen van hoge geestelijken ook etsen die hij in grote oplagen drukte en die verhandeld werden in vele steden, ook buiten Spanje. Onder andere in zijn serie etsen Los Caprichos liet hij zijn afschuw zien voor de corrupte heerschappij van met name de kerk, waar hij niettemin veel voor werkte. Nadat het leger van Napoleon Spanje bezette, trok hij zich terug in de Quinta del Sordo (De villa van de dove).


Het geboortehuis van Goya 
Ook de bloedige Napoleontische invasie
vanaf 1808 heeft zijn sporen nagelaten in de werken van Goya: van 1810-1814 maakte hij een serie etsen, Los desastres de la guerra (De gruwelen van de oorlog), waarin hij de gruwelen weergaf die aan beide kanten werden begaan. Na het vertrek van de Fransen, die tevergeefs hadden getracht de verworvenheden van hun revolutie te exporteren, kwam het repressieve Spaanse Koninklijke regime weer terug. Hij keerde zich daarvan af, ging in Frankrijk in vrijwillige ballingschap en stierf uiteindelijk op 16 april 1828 in Bordeaux. 

In 1901
werd zijn stoffelijk overschot naar Spanje overgebracht en in 1919 bijgezet in de Ermita de San Antonio de la Florida in Madrid.

Collectie: Museo del Prado, Madrid

Los fusilamientos del tres de mayo
De felle burgeropstand in mei 1808 in Madrid werd op doek vastgelegd door Francisco Goya. Goya hoopte dat de Fransen vrijheid zouden brengen en schilderde in 1814 uit teleurstelling het schilderij “Los fusilamientos del tres de mayo”. Het was een aanklacht tegen deze mensonterende gebeurtenis. 


Fuendetodos
had vanaf de achttiende-eeuw een ijsindustrie, bestaande uit 22 neverones. Stenen constructies waarin sneeuw werd opgeslagen om het in de zomer als koelijs op de markt in Zaragoza te verkopen. De overblijfselen vind je nog rondom het dorp, slechts één Nevero is vrijwel intact gebleven de “Culroya”.

Bron: Wikipedia 

zondag 4 november 2012

De Geelpootmeeuw, een Fuikenlichter*


Hé, wat zie ik daar? 


Is dat een visfuik?


Even kijken waar de opening zit.


En hebbes…!

De Geelpootmeeuw (Larus michahellis)
is een zeevogel uit de familie van de meeuwen (Laridae), en komt voornamelijk rond de Middellandse Zee en in het Midden-Oosten voor. In Nederland en België is de Geelpootmeeuw een regelmatige gast en wordt het meest in de late zomer en het vroeg najaar waargenomen.

*Definitie van een fuikenlichter
Iemand, die fuiken, die niet door hem geplaatst zijn, leeghaalt.



donderdag 1 november 2012

Geraniumblauwtje (Cacyreus marshalli)


Regelmatig loop ik zomers
door mijn tuintje om te kijken of er insecten zijn om te fotograferen. Maar die hele lange warme en vooral droge zomer zijn dat er bar weinig. Nu er weer wat regen is gevallen zie je er weer wat meer. Vorige week was ik de tuin aan het snoeien toen ik ineens op een oleanderblad twee kleine vlindertjes zag paren. Een verademing die parende vlindertjes, niets geen gehijg, oerkreten of schokkende bewegingen. Nee, in alle rust stonden ze op het blaadje tegen elkaar aan. En omdat ik naar ze stond te kijken waren er ook geen vogels in de buurt en stonden ze dus veilig. Hoewel het me op een gegeven moment wel wat lang begon te duren en ik maar naar binnen ben gegaan. 


De determinatie
van de vlindertjes kostte me toch nog heel wat moeite, het bleken Geraniumblauwtjes te zijn. Een dagvlinder uit de familie van de Lycaenidae, de kleine pages, vuurvlinders en blauwtjes. De vlinder komt oorspronkelijk uit Zuid-Afrika, en heeft zich sinds 1990 gevestigd op de Balearen, vermoedelijk meegekomen met plantmateriaal. De vlinder heeft zich vandaar uit gevestigd in Zuid-Europa.

Meer naar het noorden
komt de vlinder voor als dwaalgast. Het Geraniumblauwtje is in België al in 1991 gezien in Brussel. De eerste waarneming in Nederland dateert uit 1999 in Waterlandkerkje, Zeeuws-Vlaanderen. De waarnemingen in Nederland en België zijn allemaal gedaan in juli, augustus en september. De vlinder kan in de winters van Nederland en België niet overleven.

Bron: Wikipedia

Determinatie:Evert Ruiter     

zaterdag 27 oktober 2012

Causses du Quercy, France

Het Parc naturel régional des Causses du Quercy
is een natuurgebied in het zuiden van Frankrijk, in het noordoosten van de regio Midi-Pyrénées, en is voor het grootste deel gelegen in het departement Lot. Het is een uitgestrekt park, omvat 97 gemeentes en is in totaal 176.000 hectaren groot.


Het park
ligt op de kalksteen hoogvlakte, de Causse. Het is een heuvelachtig landschap dat doorsneden wordt door de diepe rivierdalen van de Lot en van de Célé. Het is een arme streek, met onder meer als gevolg dat de dorpen op vrij grote afstand van elkaar liggen. In heel het gebied wonen slechts zo’n 25.000 mensen.


Foto: Saint-Martin-de-Vers
De grond
is kalkgrond, poreus, met als gevolg dat water snel wegzakt in de bodem. De vegetatie op de hoogvlakte heeft moeite zich te handhaven, met name in de droge hete zomers. Toen meer bos gekapt werd om daar landbouwgrond van te maken bleek al snel dat dit niet veel meer opleverde dan een versnelde verwoestijning van de omgeving. De armetierige kromme eikjes op de Causses hebben een duidelijke functie in het vasthouden van water, in het leefbaar houden van de omgeving.


Het water
heeft het gebied gevormd. De rivierdalen zijn duidelijk zichtbaar uitgeslepen. Maar ook zijn er de onderaardse rivieren, rivieren die in de grond verdwijnen om een eind verder weer boven te komen. Het water heeft er ook voor gezorgd dat er in het gebied allerlei grotten zijn ontstaan. Een aantal van deze grotten hebben prehistorische wandschilderingen. 



Cazelles
Een cazelle is een klein, rond stenen hutje, destijds gebouwd door de herders als schuilplaats wanneer ze met hun kudde op stap waren. Het zijn kleine hutjes, volledig gebouwd van de gestapelde stenen uit de omgeving.




Om het wankele evenwicht
tussen de mens en zijn omgeving, tussen de bebouwde omgeving en de natuur te beschermen is het Parc naturel régional des Causses du Quercy ingesteld. Bijzondere plaatsen zoals Rocamadour en Saint-Cirq-Lapopie liggen binnen het gebied van het park. In het park wordt geïnvesteerd om er voor te zorgen dat de rijkdom van de omgeving beschermd kan worden.


Foto: Rocamadour
Rocamadour
is na Lourdes de meest bezochte bedevaartsplaats van Frankrijk. De stad is gebouwd op een rots midden in de Causse de Gramat, een uitgestrekt leisteenplateau en onderdeel van de Causses du Quercy. Boven op de rots ligt een burcht. Via een slingerend pad kan men het heiligdom bereiken, een reeks van kapellen met fresco's en een kerk. Via een trap, waarin vele fossielen van mariene herkomst zichtbaar zijn, komt men onderaan de berg. Daar ligt het zeer toeristische stadje met zijn nauwe straatjes.










De naam van deze heilige plaats
is van het Occitaanse 'roc amator'; de rots van Amadour. Deze rots is in de vroege middeleeuwen uitgekozen door een Sint-Amadour als woonplaats.
Sint-Amadour leidde een kluizenaarsbestaan en wordt in een legende geïdentificeerd met Zacheüs, een leerling van Jezus. Hij is ook de man van Sinte-Veronica, met wie hij samen vanuit het Heilige Land hier naartoe vluchtte.


In de 12e eeuw
werd het lichaam van Sint-Amadour nog geheel intact en onaangetast aangetroffen in een tombe in de bergwand. Het lichaam werd in de kapel gelegd waar men vervolgens op zijn wederopstanding wachtte, die echter niet kwam. Later is het lichaam door de protestanten tijdens een van de vele godsdienstoorlogen verbrand. Rocamadour werd een zeer populaire bedevaartsplaats op de weg van Noord-Europa naar Santiago de Compostella. Veel bekende mensen kwamen naar Rocamadour op pelgrimstocht, waaronder koning Lodewijk de Heilige en Hendrik III van Engeland die in Rocamadour op wonderbaarlijke wijze genezen zou zijn van een ziekte. Naast de tombe van Sint-Amadour is de Zwarte Madonna van Rocamadour een belangrijke reden voor een pelgrimsbezoek.

Tegenover Rocamadour
ligt het plaatsje L’Hospitalet, een oude verzorgingsplaats met een kapel voor pelgrims. Vanaf L’Hospitalet heb je een prachtig uitzicht op Rocamadour.
 Foto's: L’Hospitalet

Bron: Wikipedia                                                                                                                                                           

donderdag 25 oktober 2012

Hondentanden


Een Blauwe kiekendief (Circus cyaneus)
vliegt in Extremadura voorbij rijen uit de grond stekende kwartsiet stenen. De streeknaam voor deze stenen is “hondentanden”, in sommige gevallen kunnen ze meer dan 2 meter hoog zijn.

donderdag 18 oktober 2012

En de boer, hij ploegde ……..


Een schaapherder
is aan het einde van de dag op weg naar de schapenstal. Doordat het houden van schapen momenteel niet erg profijtelijk is, zie je dit tafereel steeds minder in Spanje. Je ziet dan ook overal lege en vervallen schaapskooien en vooral steeds minder traditioneel gehouden schapen en geiten. Met grote gevolgen voor vogels die afhankelijk zijn van deze kudden zoals koereigers en gieren.


Maar er is nog iets
wat niet meewerkt voor de schaapherder. Of het nu door de crisis komt of door iets anders, overal zijn ze het land aan het omploegen. Woeste grond die nooit voor landbouw is gebruikt moet er nu aan geloven. Met eveneens vervelende consequenties voor bijvoorbeeld de steppevogels, zoals de grote en kleine trap en diverse leeuweriksoorten.


Ook laten ze de grond
niet meer onbenut liggen. Vrijwel onmiddellijk na de oogst gaat de ploeg over het land. Als je momenteel rond toert door het boerenland van Spanje dan lijkt het wel of iedere boer bij de aankoop van twee nieuwe overals een tractor heeft gekregen. Het zijn vrijwel allemaal nieuwe trekkers van topmerken, zoals John Deere.

Voor de schapen en geiten
is er natuurlijk weinig te grazen op die godvergeten kale akkers. 

zondag 14 oktober 2012

Juveniele Dodaars (Tachybaptus ruficollis)


Een jonge Dodaars
is naar voedsel aan het duiken bij de waterinlaat van het “La Encañizada” meer in de Ebro-Delta. Ondanks dat het een vrijwel volgroeide vogel is, stoppen zijn ouders hem zo nu en dan toch nog wat voedsel toe. De dodaars is met zijn 26 cm het kleinste lid van de futenfamilie.


Ze komen voor
in heel Europa behoudens Scandinavië, in zuidelijk Afrika en in Zuid en Zuidoost-Azië. De vogel is over het algemeen erg schuw, ze wagen zich slechts zelden ver van de beschutting van de oever en duiken bij onraad onmiddellijk onder water.

donderdag 11 oktober 2012

Dit is niet Rio de Janeiro


Het mag dan wel geen Rio de Janeiro zijn
Het nauwelijks 700 inwoners tellende Spaanse dorpje Alfambra - gelegen in de provincie Teruel - heeft er met zijn 25 meter hoge "Sagrado Corazón de Jesús" alles aangedaan om op de landkaart te worden gezet. Al is dat tegenwoordig Google Maps, maar dat wisten ze nog niet toen het beeld in 1956 feestelijk werd ingehuldigd.

Het monument,
van een steensoort uit de steengroeven van Novelda in Alicante, werd gemaakt door Antonio Rodriguez in Calatayud, Zaragoza. Antonio Rodriguez werd geboren in Alfambra.


De naam Alfambra
is de verbastering van de islamitische naam "Al Ambra". Een verwijzing naar de dieprode klei waarop het plaatsje ligt.

zondag 7 oktober 2012

What's in a name


Ze noemen mij Koereiger (Bubulcus ibis),
maar ze hadden me net zo goed Paardenreiger, Schapenreiger of Geitenreiger kunnen noemen. Ik heb het namelijk overal naar mijn zin waar dieren grazen. Door hun bewegingen in - en het begrazen van - het struweel, vliegen automatisch de insecten op waar ik zo gek op ben. 


Bijkomend voordeel
is dat ik vanaf hun rug een prima uitzicht op de omgeving heb en een stuk minder hoef te lopen. Het gaat dan ook uitstekend met mij en mijn soortgenoten. Oorspronkelijk komen we uit Afrika maar de laatste decenniën hebben we ons verspreid over Azië, Noord en Zuid-Amerika, Australië en Europa. Samen met de Noordse stern strijden wij om de wereldheerschappij, we zijn nu op alle zeven continenten aanwezig.  


We eten
krekels, sprinkhanen, spinnen, reptielen en amfibieën. Ons aanpassingsvermogen is groot, we kunnen leven in woestijnachtige gebieden, op natte graslanden maar net zo makkelijk op de uitgestrekte toendra's. We zijn voor ons voedsel veel minder dan andere reigersoorten gebonden aan water. 


We broeden
in kolonies met andere reigers in dode bomen en rietmoerassen. Ook onze nestplaatsen hoeven niet persé in de buurt van water te zijn, soms broeden we zelfs in steden.

zaterdag 15 september 2012

Van Villahermosa del Río naar Puertomingalvo


Daar waar
de riviertjes Carbo en Mayor samenvloeien ligt - in de Comarca Alto Mijares van de provincie Castellón – het stadje Villahermosa del Río. Ooit behoorde het tot de heerlijkheid van Zayd Abu Zayd, laatste Almohaden gouverneur van Valencia en bondgenoot van Jaime I, Koning van Aragón, Valencia en Mallorca en Graaf van Barcelona. 

Het stadje 
werd voor een groot gedeelte verwoest in de loop van de gevechten in de Spaanse Successieoorlog - 1701–1714. Tijdens de drie Carlistische oorlogen - tussen 1833 en 1876 - was er veel militaire activiteit in en rondom de plaats. Villahermosa del Río ligt op 730 meter boven de zeespiegel en van hieruit kun je een wandeling naar de top van de Peñagolosa maken, met zijn 1813 meter de hoogste berg van de Comunidad-Valenciana.





We slaan
de CV 175 op en rijden langs de Barranco del Aigua richting Puertomingalvo. Aangekomen in de provincie Teruel veranderd de naam van de weg in de TE-42. Links ligt de diepte en rechts het gebergte.




De op bepaalde plaatsen
behoorlijk hobbelige en slingerende weg stijgt in de 13,3 km tussen Villahermosa del Río en Puertomingalvo van 730 m naar 1.456 m boven de zeespiegel. 











Direct over de top 
zien we Puertomingalvo liggen zoals het er eeuwen geleden ook al heeft gelegen.

Vanwege de hoge ligging
heerst hier een continentaal klimaat met koudere winters. Het stadje ligt vaak in de sneeuw of is in mist gehuld. Puertomingalvo heeft circa 160 inwoners - 1,52 Inw./km² - en ligt in de Comarca Gúdar-Javalambre , in de Spaanse provincie Teruel in Aragón. Omgeven door de prachtige natuur van de Serranía del Maestrazgo.

Zijn geschiedenis
gaat terug tot de tijd van de Iberiërs, maar ook de Romeinen en de Moren waren hier. De Moren was de benaming voor de islamitische bevolking van het middeleeuwse Spanje. De Moren waren voornamelijk Marokkaanse Berbers en Arabieren. In 711 vielen de Moren Spanje binnen onder de leiding van Tarik ibn Zijad. Hierna wisten zij geheel Spanje en het zuiden van Portugal te veroveren. Vanaf ongeveer 800 begint de Reconquista, waarbij de Moren beetje bij beetje teruggedrongen werden. De christelijke vorsten hadden uiteindelijk niet minder dan zeven volle eeuwen nodig om het land – dat de Moren in vier jaar tijd hadden ingenomen – te heroveren.

Puertomingalvo
werd in 1181 door de christenen heroverd, de oprichtingsakte van de stad is in 1202.  
                                                          






 Rondom
het stadje liggen vrij moeilijk te bewerken landerijen, in de zomer is het regelmatig erg droog. Er wordt voornamelijk graan verbouwd. 



Boven de graanvelden
kun je regelmatig de Blauwe en Grauwe kiekendief zien vliegen. En je ziet er ook veel Vale gieren, die soms rakelings over de top van de berg scheren.
Related Posts Plugin for WordPress, Blogger...